De Oostenrijkse wijnwetgeving
Oostenrijkse wijnwetgeving: De basis van deze wetgeving is de Europese wijnwetgeving. De belangrijkste principes zijn de gecontroleerde herkomst, de opbrengstbeperking per ha, de kwaliteitsniveaus en de kwaliteitscontrole door de staat. In Oostenrijk geldt voor Land-, Qualitäts- en Prädikatswein een algemene opbrengstbeperking per ha van 9.000 kilo oftewel 6.750 liter per ha. Oostenrijkse Qualitätswein en Prädikatswein worden door de staat dubbel gecontroleerd: het controlenummer op het etiket en de rood-wit-rode banderol zijn hiervan de duidelijkste kenmerken op de fles. Voor het bepalen van de kwaliteitscatogorie is het suikergehalte van de most, uitgedrukt in Klosterneuburger MostWage (KMW) doorslaggevend.
Herkomst en kwaliteit:
Bij tafelwein luidt de gebiedsaanduiding Österreisch, bij
landwein wordt een van de vier wijnbouwregio’s genoemd:
Weinland Österreich (deelstaten Neder-Oostenrijk en
Burgenland) Steierland, Wein of Bergland Österreich. De
herkomst van Qualitäts- of Prädikatswein wordt met de
naam van een wijnbouwgebied aangeduid.
Detail informatie per kwaliteitsnivo:
Tafelwein: tenminste 10.6 graden KMW
Landwein: tenminste 14 graden KMW
Qualiteitswein: tenminste 15 graden KMW
Kabinett(wein): tenminste 17 graden KMW.
Vanaf hier geldt dat er niet meer gechaptaliseerd mag worden
(incl. Kabinett). Er mag ook geen ongegist druivensap
(sußreserve) meer worden toegevoegd.
Prädikatswein: (Spätlese tot TBA), Eiswein en
Strohwein)
Spätlese: tenminste 19 graden KMW
Auslese: tenminste 21 graden KMW.
Vanaf hier stijgt het aandeel overrijpe edelrotte druiven
(incl. Auslese).
Eiswein: tenminste 25 graden KMW. De druiven moeten bij
het oogsten en persen bevroren zijn.
Strohwein: tenminste 27 graden KMW.
Trockenbeerenauslese: tenminste 30 graden KMW
(TBA).
Omrekentabel mostgewicht |
||
Oechsle |
Klosterneuburger MostWage KMW |
Beaumé (% alc) |
73 |
15.0 |
9.8 |
84 |
17.1 |
11.2 |
94 |
19.0 |
12.4 |
105 |
21.0 |
13.7 |
127 |
25.0 |
16.3 |
De smaakaanduidingen op het etiket betreffende het restsuikergehalte (RS):
Droog (trocken): wijnen met maximaal 9 g/l restsuiker
wanneer het zuurgehalte meer dan 2 g/l lager is. Bijvoorbeeld een
wijn met 8 g/l suiker, moet tenminste 6 g/l hebben om droog te
kunnen worden genoemd.
Halfdroog (Halbtrocken): wijnen met maximaal 12 g/l
restsuiker.
Mild (lieblich): wijnen met maximaal 45 g/l
restsuiker.
Zoet (süß): wijnen met meer dan 45 g/l
restsuiker.